|
(Ga met de muis op een naam of tekstverwijzing staan, dan ziet u de betekenis of tekst)
1 En JAHWEH spreekt tot , zeggend:
2 "Spreek tot de zonen van en zeg tot hen: Wanneer een man of een vrouw een buitengewone plechtige belofte doet, de plechtige belofte van de Nazireeër, om zich voor JAHWEH apart te houden,
3 zal hij zich onthouden van wijn en sterke drank. Azijnwijn en azijn van sterke drank zal hij niet drinken en van enige vloeistof van druiven zal hij niet drinken en sappige en droge druiven zal hij niet eten.
4 Al dagen van zijn aparthouding zal hij niet eten van al wat van de wijnstok van de wijn is gemaakt, van de pitten tot aan de schil.
5 Alle dagen van de plechtige belofte van zijn aparthouding zal er geen scheermes over zijn hoofd passeren, tot aan het vervullen van de dagen waarin hij zich apart houdt voor JAHWEH; hij zal heilig worden, de haarlok van zijn haar op zijn hoofd zal hij lang laten groeien.
6 Alle dagen van zijn aparthouden voor JAHWEH zal hij niet bij een dode ziel komen.
7 Voor zijn vader en voor zijn moeder, voor zijn broeder en voor zijn zuster, hij zal zich voor hen niet verontreinigen bij hun sterven, want de aparthouding voor zijn Elohim is op zijn hoofd.
8 Alle dagen van zijn aparthouding is hij heilig voor JAHWEH.
9 En wanneer iemand naast hem in een ogenblik sterft, plotseling, en hij zijn hoofd van aparthouding verontreinigt, dan scheert hij zijn hoofd kaal in de dag van zijn reiniging. In de zevende dag zal hij het scheren.
10 In de achtste dag zal hij twee tortelduiven of twee zonen van duiven naar de priester brengen, naar de opening van de tent van de afspraak.
11 En de priester zal de ene maken tot een zondeoffer en de andere tot opstijgoffer. En hij maakt een beschutting over hem vanwege dat wat hij zondigde in verband met de ziel. En hij heiligt zijn hoofd in die dag.
12 En hij houdt zich apart voor JAHWEH in de dagen van zijn aparthouding, en hij brengt een mannetjes lam, een zoon van zijn jaar, als schuldoffer. En de vroegere dagen zullen vervallen, want zijn aparthouding was verontreinigd.
13 En dit is de wet van de Nazireeër. In de dag van het vervullen van zijn aparthouding zal men hem brengen naar de opening van de tent van de afspraak.
14 En hij doet zijn naderingsgeschenk naderen tot JAHWEH: een mannetjes lam, een zoon van zijn jaar, onberispelijk, één voor het opstijgoffer; en één ooilam, een dochter van haar jaar, onberispelijk, voor een zondeoffer; en één ram, onberispelijk, tot vredeoffers;
15 en een dienblad met ongezuurde broden, geperforeerde koeken van fijn meel dat vermengd is met olie, en dunne koeken van ongezuurde broden die gezalfd zijn met olie; en hun erkenningsoffer en hun drankoffers.
16 En de priester doet het naderen voor het aangezicht van JAHWEH en hij maakt zijn zondeoffer en zijn opstijgoffer.
17 En hij zal de ram bereiden tot een slachtoffer van vredeoffers aan JAHWEH, op het dienblad van de ongezuurde broden. En de priester brengt zijn erkenningsoffer en zijn drankoffer.
18 En de Nazireeër scheert bij de opening van de tent van de afspraak zijn hoofd van zijn aparthouding kaal en hij neemt het haar van het hoofd van zijn aparthouding en hij doet het op het vuur dat onder het slachtoffer van de vredeoffers is.
19 En de priester neemt het gekookte onderbeen van de ram en één geperforeerde koek van ongezuurd brood van het dienblad en één dunne koek van ongezuurd brood en hij doet het op de handpalmen van de Nazireeër nadat deze zich zijn aparthouding heeft kaalgeschoren.
20 En de priester wuift ze als een wuifoffer voor het aangezicht van JAHWEH. Het is een heilige portie voor de priester, op het borststuk van het wuifoffer en op het been van het hefoffer. En daarna zal de Nazireeër wijn drinken.
21 Dit is de wet van de Nazireeër die zijn naderingsgeschenk aan JAHWEH plechtig belooft bij zijn aparthouding, naast wat zijn hand hem veroorlooft. Naar de mond van zijn plechtige belofte die hij plechtig belooft zal hij doen, naar de wet van zijn aparthouding."
22 En JAHWEH spreekt to , zeggend:
23 "Spreek tot en tot zijn zonen, zeggend: Zo zullen jullie de zonen van zegenen, tot hen zeggend:
24 JAHWEH zegent jou en Hij bewaart jou.
25 JAHWEH doet Zijn aangezicht naar jou oplichten en Hij is jou genadig.
26 JAHWEH heft Zijn aangezicht naar jou op en Hij plaatst jou tot vrede.
27 En zij plaatsen Mijn Naam op de zonen van en Ik, Ik zegen hen."
Terug naar de indexpagina
Naar Numeri 7
|
|