|
(Ga met de muis op een naam of tekstverwijzing staan, dan ziet u de betekenis of tekst)
1 En de zonen van gingen voort met het doen van het kwade in de ogen van JAHWEH, en JAHWEH gaf hen in de handen van de Filistijnen, veertig jaren.
2 En er was een man uit , uit de familie van de ieten, en zijn naam was en zijn vrouw was onvruchtbaar en zij baarde niet.
3 En een boodschapper van JAHWEH verscheen aan de vrouw en hij zei tot haar: "Aanschouw, alstublieft, jij bent onvruchtbaar en jij baarde niet; maar jij wordt zwanger en jij baart een zoon.
4 En nu, pas alstublieft op! Het moet niet zo zijn dat jij wijn drinkt en sterke drank, en het moet niet zo zijn dat jij iets van het onreine eet,
5 want aanschouw!, jij zal zwanger worden en jij baart een zoon; en een scheermes zal niet op zijn hoofd komen, want de knaap is vanaf de buik Nazireeër voor Elohim en hij zal beginnen te redden uit de hand van de Filistijnen."
6 En de vrouw kwam en zij zei tot haar man, zeggend: "Een man van de Elohim kwam tot mij en zijn verschijning was als de verschijning van een boodschapper van de Elohim, uitermate vreeswekkend zijnde. En ik vroeg hem niet van waar hij was. En hij vertelde mij zijn naam niet.
7 En hij zei tot mij: Aanschouw, jij wordt zwanger en jij baart een zoon. En nu moet het niet zo zijn dat jij wijn drinkt en sterke drank en het moet niet zo zijn dat jij enige onreinheid eet, want de knaap zal Nazireeër van Elohim zijn, vanaf de buik tot aan de dag van zijn dood."
8 En verzoekt dringend tot JAHWEH en hij zegt: "O, mijn Heer, de man van de Elohim die U zond, laat hem alstublieft opnieuw tot ons komen, dan zal hij ons onderrichten over wat wij zullen doen voor de knaap die geboren zal worden."
9 En de Elohim hoorde naar de stem van en de boodschapper van de Elohim komt opnieuw tot de vrouw, zittend in het veld, en , haar man, was niet met haar.
10 En de vrouw haaste zich en zij rende en zij vertelde het aan haar man en zij zei tot hem: "Aanschouw!, de man die op die dag aan mij verscheen, kwam tot mij."
11 En stond op en hij ging achter zijn vrouw aan en hij kwam bij de man. En hij zei tot hem: "Bent u de man die tot de vrouw sprak?" En hij zegt: "Ik ben het."
12 En zei: "Nu zullen uw woorden komen. Wat zal de gewoonte van de knaap worden en zijn daad?"
13 En de boodschapper van JAHWEH zei tot : "Voor alles wat ik sprak tot de vrouw zal zij zich in acht nemen.
14 Van alles wat uitgaat van de wijnstok zal zij niet eten en het moet niet zo zijn dat zij wijn en sterke drank drinkt, en het moet niet zo zijn dat zij enige onreinheid eet. Alles wat ik haar als instructie gaf zal zij in acht nemen."
15 En zei tot de boodschapper van JAHWEH: "Alstublieft, laat ons u beteugelen, dan zullen wij voor uw aangezicht een bokje van de geiten bereiden."
16 En de boodschapper van JAHWEH zei tot : "Indien jij mij beteugelt, ik zal niet eten van jouw brood, maar indien jij een opstijgoffer maakt voor JAHWEH, aan JAHWEH zal jij het doen opgaan." Want wist niet dat hij een boodschapper van JAHWEH was.
17 En zei tot de boodschapper van JAHWEH: "Wat is uw naam? Wanneer uw woorden uitkomen, dan verheerlijken wij u."
18 En de boodschapper van JAHWEH zei tot hem: "Waarom dit? Waarom vraag jij naar mijn naam wanneer hij wonderbaarlijk is?
19 En nam een bokje van de geiten en het erkenningsoffer, en hij deed het opgaan op de rots aan JAHWEH. En er gebeurde iets wonderbaarlijks. En en zijn vrouw zien toe.
20 En het gebeurt bij het opgaan van de vuurgloed vanaf het altaar naar de hemelen, dat de boodschapper van JAHWEH opgaat in de vuurgloed van het altaar. En en zijn vrouw zien toe, en zij vallen op hun gezichten, op de aarde.
21 En de boodschapper van JAHWEH verscheen niet opnieuw aan en aan zijn vrouw. Toen wist dat hij een boodschapper van JAHWEH was.
22 En zei tot zijn vrouw: "Wij zullen sterven, ja sterven, want wij zagen Elohim."
23 En zijn vrouw zei tot hem: "Stel dat JAHWEH verlangde ons te doen sterven, zou Hij dan uit onze hand niet een opstijgoffer nemen en een erkenningsoffer en laat Hij ons al deze dingen niet zien en liet Hij ons, als de tijd daar is, al deze dingen niet horen?"
24 En de vrouw baarde een zoon en zij noemden zijn naam . En de knaap werdd groot en JAHWEH zegende hem.
25 En de geest van JAHWEH begon hem onrustig te maken in -, tussen en tussen .
Terug naar de indexpagina
Naar Richteren 14
|
|