|
(Ga met de muis op een naam of tekstverwijzing staan, dan ziet u de betekenis of tekst)
1 En , haar schoonmoeder, zei tot haar: "Mijn dochter, zal ik voor jouw niet een rustplaats zoeken, zodat het jou wel ga?
2 En nu, is niet onze verwant, bij wiens jonge meisjes jij was? Aanschouw!, hij is vannacht op zijn dorsvloer de gerst aan het wannen.
3 Baadt je en smeer je in met zalfolie en doe je kledingstukken aan en daal af naar de dorsvloer. Het moet niet zo zijn dat jij jezelf bekend maakt aan de man, voordat hij zijn eten en drinken beëindigt.
4 En het gebeurt wanneer hij gaat neerliggen, en jij weet de plaats waar hij ligt, dan kom jij en ontbloot jij zijn voeten en ga jij liggen. En hij, hij vertelt jou wat jij zal doen."
5 En zij zei tot haar: "Al wat u tot mij zegt zal ik doen."
6 En zij daalde af naar de dorsvloer en zij deed alles wat haar schoonmoeder haar als instructie gaf.
7 En at en dronk en zijn hart voelde zich goed en hij kwam om te liggen aan het einde van de graanstapel. En zij kwam in heimelijkheid en zij ontblootte zijn voeten en zij ging liggen.
8 En het gebeurde in het midden van de nacht dat de man beefde. En hij tastte rond en aanschouw!, een vrouw lag aan zijn voeten.
9 En hij zei: "Wie ben jij?" En zij zei: "Ik ben , uw dienstmeisje. Spreid dan de zoom van uw gewaad over uw dienstmeisje, want u bent de schuld inlossende verwant."
10 En hij zei: "Wees gezegend door JAHWEH, mijn dochter, jij maakte jouw laatste vriendelijkheid beter dan de eerste, door niet achter de uitgekozen jongemannen aan te gaan, hetzij arm, hetzij rijk.
11 En nu, mijn dochter, het moet niet zo zijn dat jij vreest. Alles wat jij zegt zal ik voor jou doen, want heel de poort van mijn volk weet dat jij een vrouw van dapperheid bent.
12 En nu, het is waar dat ik een schuld inlossende verwant ben, maar er is ook een schuld inlossende verwant die nader is dan ik.
13 Overnacht vannacht, dan gebeurt het in de ochtend; indien hij jouw schuld inlost is het goed. En indien hij niet geneigd is jouw schuld in te lossen, dan los ik jouw schuld in zo waar JAHWEH leeft! Ga liggen tot de ochtend."
14 En zij lag aan zijn voeten tot aan de ochtend. En zij stond op voordat iemand zijn naaste kon herkennen. En hij zegt: "Het moet niet zo zijn dat bekend wordt dat de vrouw naar de dorsvloer kwam."
15 En hij zei: "Neem de omslagdoek die je om hebt en hou die op." En zij hield die op en hij mat zes maten gerst en hij legde die op haar. En zij kwam de stad binnen.
16 En zij kwam bij haar schoonmoeder en zij zei: "Heb jij nieuws, mijn dochter?" En zij vertelde haar alles wat de man voor haar deed.
17 En zij zei: "Deze zes maten gerst gaf hij aan mij, en hij zei tot mij: Het moet niet zo zijn dat jij met lege handen bij jouw schoonmoeder komt."
18 En zij zei: "Zit, mijn dochter, totdat jij weet hoe de zaak valt. Want de man zal niet rustig zijn, behalve wanneer hij vandaag de zaak afsluit."
Terug naar de indexpagina
Naar Ruth 4
|
|